Een rijbewijs wordt beschouwd als een officieel nationaal identiteitsbewijs. Het geeft de houder in eerste instantie het recht om een of meer categorieën gemotoriseerde voertuigen op de openbare weg (motorfiets, auto, vrachtwagen, bus) te besturen.
De wet die van toepassing is op rijbewijzen verschilt van jurisdictie tot jurisdictie: sommige geven een rijbewijs af nadat de ontvanger geslaagd is voor een rijexamen, terwijl andere een voorlopig rijbewijs afgeven, zodat de houder (onder bepaalde voorwaarden) op de openbare weg kan oefenen.
Een rijbewijs kan over het algemeen niet worden gebruikt om te reizen, omdat het niet de nationaliteit van de houder specificeert, maar wordt erkend als een identiteitsbewijs. Voor volledige identificatiedoeleinden moet een ander identiteitsbewijs worden gebruikt.